Visie Gerrit-Jan Wijnen

 

Interview Gerrit-Jan Wijnen, EQUANS

In de certificatieschema’s staan de eisen waaraan iemand moet voldoen om het Stipel-certificaat te krijgen. Zo weet iedereen wat technici moeten kennen en kunnen om veilig te werken aan installaties. De certificatieschema’s zijn rechtstreeks gekoppeld aan de praktijk en worden ontwikkeld en onderhouden door experts in de Colleges van Deskundigen. We hebben binnen de elektrotechniek een college gericht op elektrotechniek en een op netbeheer. De leden zijn mensen uit de praktijk met de nodige kennis, zoals voor het College voor elektrotechniek Gerrit-Jan Wijnen van EQUANS (voorheen Engie) Maar wie is Gerrit-Jan en wat doet hij om ervoor te zorgen dat de certificatieschema’s up-to-date blijven?

 

Wat voor werk doe je bij EQUANS?
Gerrit-Jan: “Ik ben ik onder andere verantwoordelijk voor veilig werken in de elektrotechniek. Dat betekent dat ik mij voor een deel van mijn werk bezighoud met ‘aanwijzingen’. Belangrijke vraag bij elke aanvraag is: Wat zijn de diploma’s en certificaten die iemand gehaald heeft waard? En wat heeft iemand nodig om het werk veilig te kunnen doen? En daarnaast ben ik ook nog installatieverantwoordelijke voor een heel aantal grote en kleine installaties van opdrachtgevers in Nederland. Hierdoor heb ik nog steeds een goed beeld van de praktijk. Dit komt bij mijn commissiewerk voor het College van Deskundigen goed van pas.”

 

Waarom ben je lid geworden van dit college?

“In 2019 ben ik als lid ingestapt. En ik moet zeggen, het is echt mijn favoriete commissie. Dat heeft vooral te maken met de manier waarop we met de inhoud omgaan. Elk lid is een deskundige. We hebben misschien verschillende inzichten maar we luisteren en respecteren elkaars verschil van mening. Ik vertegenwoordig hierin TechniekNederland en breng mijn inhoudelijke kennis vanuit EQUANS mee. De aanleiding was eigenlijk dat ik hoorde dat Kegrob (Kontaktgroep Elektrotechniek Grote Bedrijven) wilde voorschrijven dat iedereen die bij een ‘Kegrob’-bedrijf werkt een Stipel-certificaat moet hebben. Dat klinkt goed, maar daar zitten wel wat haken en ogen aan.”

 

Is het een optie om alle medewerkers van EQUANS een Stipelcertificaat te laten halen?

“Een heel aantal van onze medewerkers heeft er een. Maar alle medewerkers – dan praat je over twee tot drieduizend personen – een Stipel-certificaat laten halen is nu een brug te ver. Het is kostbaar en ook organisatorisch een hele opgave. Maar we zien steeds vaker dat de opdrachtgever Stipel eist. Dan nemen we dat in de opdracht mee en zorgen we dat de medewerkers die het werk moeten doen ook gecertificeerd aan de klus beginnen.”

 

Waar ben je op dit moment concreet mee bezig?
“We komen ongeveer twee keer per jaar bij elkaar en kijken dan vooral naar verbeterpunten. Een aantal jaar geleden zagen we dat het slagingspercentage voor de Stipel-examens niet geweldig was. We hebben toen alle vragen doorgenomen en getoetst op relevantie en begrijpelijkheid. Een half jaar later zagen we een stijging van het aantal mensen dat de toets de eerste keer haalde. Je ziet dan meteen dat het commissiewerk effect heeft. We werken nu aan de update van het certificatie-schema. Dit heeft nogal wat voeten in de aarde en ‘kost’ ook een aantal extra vergaderingen. Daarnaast is het onderwerp gelijkspanning op de agenda gekomen. We kijken nu nog voornamelijk naar wisselspanning, terwijl gelijkspanning steeds meer toegepast wordt en specifieke risico’s oplevert. Hoe zorg je ervoor dat dit ook in de bedrijfsvoering geborgd wordt?”

 

Heb je nog verbeterideeën voor de toekomst?

“Jazeker, maar dat wordt een meerjarenplan. Ik zie echt een kans in het gelijktrekken van de certificaten voor de industrie en de netwerkkant. Nu zijn dat twee verschillende sporen. Als je een Stipel-certificaat voor de industrie hebt kun je geen werk doen aan de netwerkkant en andersom. Dan moet je dus weer een ander examen doen om een nieuw certificaat te halen. Daar is nog wel wat winst te behalen.”