Visie Jan Willem Kootstra

 

In de certificatieschema’s staan de eisen waaraan iemand moet voldoen om het Stipel-certificaat te krijgen. Zo weet iedereen wat technici moeten kennen en kunnen om veilig te werken aan installaties. De certificatieschema’s zijn rechtstreeks gekoppeld aan de praktijk en worden ontwikkeld en onderhouden door experts in de colleges van deskundigen. We hebben een college gericht op elektrotechniek en één op netbeheer. De leden zijn mensen uit de praktijk met de nodige kennis, zoals Jan Willem Kootstra van Gasunie. Maar wie is Jan Willem en wat doet hij om ervoor te zorgen dat de certificatieschema’s up-to-date blijven?

Wat voor werk doe je bij Gasunie?
“Bij Gasunie ben ik ‘maintenance engineer’ of ‘onderhoudsingenieur ‘, in goed Nederlands. Ik werk dan wel in het gasbedrijf, maar ben elektrotechnisch geschoold. Om gas te transporteren heb je elektrische installaties nodig. Daar heeft Gasunie er veel van en daar kom ik dus om de hoek kijken. Ik ben verantwoordelijk voor het onderhoudsbeleid, let op wat we nodig hebben aan onderhoudskosten, de onderhoudscontracten etcetera. Ik vind zelf dat ik enorm leuk werk heb, we zitten midden in de energietransitie. Gasunie wordt de netbeheerder voor het transport van waterstof, zoals TenneT dat voor elektriciteit is. Mooie ontwikkelingen die ik van dichtbij meemaak.”

Waarom ben je lid geworden van dit college?
Names Gasnunie ben ik aangesloten bij KEGROB (Kontaktgroep Elektrotechniek Grote Bedrijven). Via deze groep ben ik ook aangehaakt bij Stipel. De eindtermen die bepaald worden voor de examens zijn van oudsher afgestemd op de eisen van de netbeheerders. Maar niet op de eindgebruikers, zoals bijvoorbeeld Gasunie. Het leek mij meer dan zinvol om daar eens in te duiken. Wat kun je daaraan verbeteren? Dus ben ik in een werkgroep gestapt. Toen dat werk gedaan was bleek er een vacature in het college te zijn. Die plek kwam voor mij op het juiste moment. Zo kon ik mijn werk vanuit de werkgroep in het college voortzetten. Het is namelijk wel handig wanneer iemand die het voortraject gevolgd heeft ook langer betrokken blijft.”

Welke toegevoegde waarde heb jij voor het college?
“Misschien leuk om te weten, maar ik heb ooit een docentenopleiding gevolgd. Die kennis over het onderwijs komt nu dus weer heel goed van pas. Ik vind het fijn om mensen verder te helpen en te ontdekken wat iemand nodig heeft aan kennis. Ook de verschillende belangen van bijvoorbeeld het opleidingscentrum, de Raad voor Accreditatie en de bedrijven waar mensen werken, is interessant. Bij Gasunie hebben we de regel dat mensen die werken aan installaties Stipel of een gelijkwaardig certificaat nodig hebben. We dwingen dus niks af. In de praktijk zie je eigenlijk dan dat iedereen voor het Stipel-certificaat kiest. Het zou mooi zijn als Stipel straks ook in het Engels wordt aangeboden. Dan kunnen ook buitenlandse bedrijven die voor ons werken met Stipel aan de slag.

Hoe kijk je naar de toekomst?
“De energiebranche is redelijk behoudend, maar tegelijkertijd verandert er heel veel door de overstap naar duurzame energie. De opwek van zonne- en windenergie heeft door de fluctuaties bijvoorbeeld invloed op je installaties. Daar hoort eigenlijk ook een ander onderhoudsplan bij. Of kijk eens naar gelijkspanning. Dat is een onderwerp waar we nu nauwelijks aandacht voor hebben. Ik denk dat we daar nog heel wat in kunnen doen.”

 

Interview uit 2022 met Jan Willem Kootstra, N.V. Nederlandse Gasunie